Onze hersenen zijn, hoe geavanceerd ook, evolutionair gezien nog steeds grotendeels ‘bedraad’ als het brein van een krokodil. Dat oerbrein – het zogenoemde krokodillenbrein – is erop gericht risico’s te vermijden, de status quo te behouden en energie te besparen. Verandering wordt daardoor automatisch gezien als gevaar. Het krokodillenbrein houdt dus niet van verandering, ook niet op de werkvloer.
En toch zullen jij en jouw collega’s ervoor moeten zorgen dat jullie organisatie effectief leert omgaan met verandering. Daarbij loop je direct tegen een soort Catch-22 aan: om de organisatie beter te laten worden in veranderen, moet je hem eerst veranderen. Dus hoe kom je uit die impasse? Je zou kunnen stellen dat verandering leidt tot een gevoel van pijn in ...
Wat ik mis, is nog meer aandacht voor de innerlijke kant van verandering. Niet alleen hoe leiders urgentie en verhalen communiceren maar hoe mensen zelf bewust hun patronen en weerstanden leren herkennen en hanteren. Verandering wordt dan niet iets wat “verkocht” moet worden, maar een proces van bewustwording naar zelfleiderschap.
Misschien ligt daar de volgende stap. Verandering begeleiden vanuit macht over jezelf in plaats van macht over anderen. Dat zou organisaties niet alleen wendbaarder maken, maar ook duurzamer en menselijker.