Goede bestuurders hebben doorgaans een goede jeugd gehad

De laatste decennia is er veel gepubliceerd over mismanagement, rattengedrag, psychopathische managers, emotionele manipulatie en de negatieve gevolgen daarvan op de werkvloer. Waardoor ontstaat zulk gedrag, is er wat aan te doen en wat valt er van de nieuwe generaties te verwachten?

Volgens de leer van John Bowlby, is het sleutelwoord voor een ontwikkeling tot een evenwichtige persoonlijkheid : “hechting”. Aangezien evenwichtigheid een vereiste is voor een goed functioneren als leidinggevende, is het goed om kennis te nemen van de hechtingstheorie.

Hechting is het menselijk vermogen om in vertrouwen een duurzame band met anderen aan te gaan. Bijna iedereen kan zich hechten aan anderen. De kwaliteit waarin dat gebeurd, wordt hoofdzakelijk bepaald in de eerste drie levensjaren. Kortweg: is...

Jos Steynebrugh
Ik vind het een stuk met een zéér hoog “So-what?"-gehalte. Zonder er onderzoek naar te doen denk ik dat dit ook opgaat voor goede patatboeren, potloodventers en haptonomen.

Ook denk ik dat de concentratie “slechte hechting en daaruit voortvloeiende afwijkingen” bij criminelen, hooligans, dieren- of mensenpesters en bumperklevers bóven het gemiddelde zal liggen.

Een veel interessantere vraag is : Wat kan je er aan doen? Terug in de baarmoeder? Geen optie!. Opvoeding overnieuw? Idem! Dwangbehandeling? Idem. Naar training sturen kost bergen tijd en geld waarbij de “uiterste houdbaarheidsdatum” waarschijnlijk al tijdens de sessie zal zijn verstreken.

Ik zie hier geen gouden tijden voor de GITP’s en Schouten & Nelissen’s van dit kleine polderlandje, propvol psycho-, socio- en andere “logen”.

Wat soms wel helpt is afdwingen. Gedrag is iets waarop je mensen wel degelijk kunt aanspreken c.q. af- en oprekenen. Zeker in een zakelijke omgeving. En als dat niet helpt? Gewoon beleefd de deur openhouden bij “forced outplacement”.

Groet,
Jos Steynebrugh
Innovation Consultant
www.changeenhancement.nl
Laurens Vellen
Goed verhaal van Twan Houben. Wordt trouwens onderbouwd door uitspraken van enkele bekende en succesvolle ondernemers, die dus géén gelukkige jeugd hadden.

En het commentaar van Jos Steynebrugh? Typisch consultant dus: verplaats het probleem tot buiten de "kring" van de opdrachtgever en je kunt net doen alsof het er niet meer is. Maar wat als die outplacement nou succesvol is, meneer Steynebrugh? Dan heeft een ander het probleem, nietwaar? Uw volgende klant, wellicht?
Jos Steynebrugh
Laurence,

Buiten de kring
Mensen zijn interactief. Jantje en Pietje kunnen een totaal verschillende boodschap afgeven over één en dezelfde Klaasje. We onderzoeken natuurlijk éérst waarom iemand zo’n vervelend gedrag vertoont. Processen goed? Organisatie goed? Etcetera goed?
Na dit soort standaard excercities kan het voorkomen dat iemand “niet zo goed past in een werksituatie (cultuur??). Dan is een nieuwe werkomgeving soms een welkome verfrissing voor alle partijen. Cruijff zou over deze situatie waarschijnlijk zeggen: “Als ie er niet meer is, dan is ie er niet meer”.

Succesvol outplacement
Bij mij worden altijd DRIE handtekeningen onder een plan voor outplacement gezet: als éérste (en belangrijkste) de betrokkene, daarna ik en dan pas de opdrachtgever.
Als dit tot succes leidt is iedereen gelukkig.

Blijft jouw (niet expliciet verwoorde) voorbehoud jegens consulenten.
Dat snap ik en is ook terecht: er wordt héél wat afgeritseld en geknoeid in de wereld van de 1 t/m 100-pitters. Maar er zijn goeie. Ja, je gelooft het niet, maar ze bestáán!!!!
Voordeel is dat je ze gemakkelijk kunt herkennen:
• Ze eten et mes en vork
• Blijven nuchter tijdens de “aftermath”
• Hun uitspraken zijn morgen ook nog waar
• Ze hanteren “marktconforme” tarieven (ergens rond de 175 per uur)
• Pas op voor de héél erg dure / goedkope
• Zijn integer, houden hun rug recht, óók en vooral als het “moeilijk” wordt

Gerustgesteld?

Groet,
Jos Steynebrugh
Innovatie Consultant
www.changeenhancement.nl
Twan Houben
Beste Jos,

Dank voor de beide reacties.

Allereerst klopt het dat de hechtingstheorie vooral furore maakt in de jeugdzorg en criminologie. In zoverre begrijp ik de "so what" verzuchting.
Onderzoek heeft echter uitgewezen dat een onveilige hechting ook een rol speelt bij het ontwikkelen van een narcistische persoonlijkheid, of nog erger, een psychopathische variant. Beide soorten stoornissen kunnen
aanwezig zijn bij mensen die ogenschijnlijk normaal in de maatschappij functioneren. Een gemeenschappelijke eigenschap is de hoge creativiteit in het manipuleren van de directe omgeving en het niet aan kunnen gaan van een
band met anderen. Beide eigenschappen blijven doorgaans lang verborgen, maar voeren uiteindelijk tot schade in materiele of immateriële zin. Voor mij zijn het Ahold schandaal en het drama met Nathalee Holloway voorbeelden van ernstige zakelijke en persoonlijke schade, zoals die aangericht kan worden door bedoeld type persoonlijkheid.

Corrigeren van dit gedrag is, volgens de vele onderzoeken, nagenoeg uitgesloten. De verwijzing naar GITP is bedoeld om een meetinstrument te ontwikkelen, waarmee vastgesteld kan worden of en in welke mate dit
gedragskenmerk zich voordoet. Bij sollicitatieprocedures, dus vooraf. Of bij disfunctioneren in een groep, achteraf. De huidige persoonlijkheidstesten houden onvoldoende rekening met dit fenomeen.

Mijn achtergrond heeft weinig met psychologie of consultancy te maken. Ik werkte bijna 10 jaren als BU directeur bij Engelse multinationals. Die ervaring gebruik ik nu ad interim in maatschappelijke organisaties.

Organisatiepsychologie is een uit de hand gelopen hobby.

Met vriendelijke groet,
Marloes van Mensvoort
Lid sinds 2019
Ik vind het wel degelijk een heel goed artikel. Het bewust zijn van dat sommigen hun norm veel 'lager' ligt dan anderen gevoelsmatig zouden hanteren, vind ik zeker zorgwekkend. Dan heb ik het over de norm wat etisch, sociaal en maatschappelijk verantwoord is.

Ik hoor door het artikel heen mogelijk dat de 'normale' norm niet afwijkt in een commerciele economie, maar dat juist de 'lage' norm mogelijk afwijkt. Denk ik aan het beduvelen van klanten en leveranciers. Of dit door een geringe hechting komt, is moelijk te bewijzen. Toch is het zeker zo dat een slechte hechting van een kind in veel psychopathalogische uitingsvormen is terug te vinden.
Resulteren in argwanend, egoistisch, maar ook al te altuistisch gedrag (ten koste van zichzelf).

Ik vind het daarom prima en zinvol om dit gezichtspunt eens te benadrukken.

Toch kun je in de 'negatieve' uitingvormen van het voortkomende overlevingsgedrag van een geringe (gemiste) hechting ook kwaliteiten onderkennen als:
goed af kunnen stemmen, aanvoelen wat anderen nodig hebben, grote creativiteit en zelfstandigheid door de 'schijnbare onafhankelijkheid. Ik schrijf hier schijnbaar tussen aanhalingstekens, omdat deze persoon meer dan anderen gewend kan zijn het op eigen houtje te doen, echter door het gebrek aan hechting er mogelijk een veel grotere behoefte aan erkenning ten grondslag kan liggen.

Dit om niet alle slechtgehechten in een negatief daglicht te stellen.

Reactie op bovengenoemde bijdrage:
Wat je eraan kunt doen! Op korte termijn inderdaad niet veel. Op langere termijn echter wel. De bewustwording van uitingsvormen van een slechte hechting kan resulteren in andere keuzes van moeders en werkgevers in de toekomst.
(wat Hr. Houben overigens ook zegt in de laatste alinea.
En daar is niks mis mee! So That
Hr. Houben; Dank voor uw bijdrage...

Groet,
M van Mensvoort